In deze topic staat informatie met betrekking tot de bekende kooien bij vuurwerk. Waarom worden deze gebruikt en waarom deze verdwijnen.
In Nederland hebben we te maken met strenge regels en wetgeving omtrent het verkopen, opslaan en vervoeren van vuurwerk. De afgelopen jaren neemt het gebruik van de bekende kooien om vuurwerk af. Maar waarom heeft vuurwerk een kooi en voor wie is de nodig?
Vuurwerk is geclassificeerd in meerdere classificaties. Dit zijn:
1.1G: Gevaar voor een massa-explosie
1.2G: Gevaar voor scherfwerking
1.3G: Er is gevaar voor brand op afstand, maar niet voor scherfwerking
1.4G/1.4S: Het gevaar blijft beperkt tot de directe omgeving van het vuurwerk
Waarom moet het vuurwerk worden geclassificeerd voor transport?
Vuurwerk is aangemerkt als gevaarlijkste stof in de klasse 1 (ontplofbare stoffen en voorwerpen). Daarnaast bestaat er een defaultlijst. Een defaultlijst is een Internationale lijst die is vastgesteld door de UN Subcommittee of Experts on the Transport of Dangerous Goods. Die lijst bevat een geactualiseerde opsomming van vuurwerkartikelen met bijbehorende classificatie. De lijst wordt gebruikt indien de beproevingsgegevens van testserie 6 (bonfire test C6) van de VN- testen en beproevingen niet aanwezig zijn.
Een fabrikant bepaalt de classificatie op basis van de samenstelling van de producten en kent de classificatiecode toe op basis van de internationale regelgeving die voortkomt uit de VN-aanbevelingen. De classificatie is bepalend voor het transport en de opslag van het vuurwerk.
In Nederlands is het uitsluitend toegestaan op 1.4G/S. vuurwerk op te slaan. De bevoegde instanties zijn de gemeenten en/of de provincies.
Het is toegestaan om 1.3G. met een kooi/gaasverpakking als 1.4G te vervoeren en op te slaan. Dit komt doordat het vuurwerk bij ontbrandingen in een kooi geen brand op afstand kan veroorzaken. 1.3G. vuurwerk mag onder 1.4G met kooi dus ook conform de Wet Milieubeheer met vergunning in Nederland worden opgeslagen en uiteindelijk aan consumenten worden verkocht.
Hieronder staan 2 foto`s van een kooi/gaasverpakking. Met links een uitleg over de regels voor de constructie van een kooi/gaasverpakking.
Waarom is vuurwerk met kooi anders dan vuurwerk zonder kooi?
Vuurwerk met kooi is officieel zwaarder geclassificeerd volgens de defaultlijst. Dit vuurwerk bevat een zwaardere effectlading en burst waardoor het harder knalt en grotere effecten kan hebben. Waardoor dit vuurwerk vaker als mooier wordt beschouwt.
Importeurs gaan steeds vaker naar vuurwerk zonder kooi/gaasverpakking. Dit komt natuurlijk omdat deze kooi extra geld kost en er verschillende regels en wetgeving aan vast zitten. Ook controleert de inspectie dienst (IL&T) op deze verpakkingen en of dit vuurwerk juist in geclassificeerd. Helaas komt het vaker voor dat vuurwerk zwaarder is dan oorspronkelijk is geclassificeerd. Dit resulteert in boetes voor importeurs.
1.3G vuurwerk wat als 1.4G wordt opslagen en getransporteerd wordt ook gekeurd doormiddel van een zogenoemde C6 test oftewel bonfire test. Deze test bekijkt of het vuurwerk niet massa explosief reageert en of het niet verkeerd is geclassificeerd. Hieronder een bijlage van deze test. In deze test worden dozen (150 liter) geplaats en worden rondom aangestoken. Uit een rapportage van 2022 blijkt dat veel 1.4G. geclassificeerd vuurwerk reageert als 1.1G. Dus massa-explosief.
Bronnen: IL&T, Vuurwerkbesluit, TNO, RoyalFireworks
https://wetten.overheid.nl/BWBR0013360/2021-07-01
In Nederland hebben we te maken met strenge regels en wetgeving omtrent het verkopen, opslaan en vervoeren van vuurwerk. De afgelopen jaren neemt het gebruik van de bekende kooien om vuurwerk af. Maar waarom heeft vuurwerk een kooi en voor wie is de nodig?
Vuurwerk is geclassificeerd in meerdere classificaties. Dit zijn:
1.1G: Gevaar voor een massa-explosie
1.2G: Gevaar voor scherfwerking
1.3G: Er is gevaar voor brand op afstand, maar niet voor scherfwerking
1.4G/1.4S: Het gevaar blijft beperkt tot de directe omgeving van het vuurwerk
Waarom moet het vuurwerk worden geclassificeerd voor transport?
Vuurwerk is aangemerkt als gevaarlijkste stof in de klasse 1 (ontplofbare stoffen en voorwerpen). Daarnaast bestaat er een defaultlijst. Een defaultlijst is een Internationale lijst die is vastgesteld door de UN Subcommittee of Experts on the Transport of Dangerous Goods. Die lijst bevat een geactualiseerde opsomming van vuurwerkartikelen met bijbehorende classificatie. De lijst wordt gebruikt indien de beproevingsgegevens van testserie 6 (bonfire test C6) van de VN- testen en beproevingen niet aanwezig zijn.
Een fabrikant bepaalt de classificatie op basis van de samenstelling van de producten en kent de classificatiecode toe op basis van de internationale regelgeving die voortkomt uit de VN-aanbevelingen. De classificatie is bepalend voor het transport en de opslag van het vuurwerk.
In Nederlands is het uitsluitend toegestaan op 1.4G/S. vuurwerk op te slaan. De bevoegde instanties zijn de gemeenten en/of de provincies.
Het is toegestaan om 1.3G. met een kooi/gaasverpakking als 1.4G te vervoeren en op te slaan. Dit komt doordat het vuurwerk bij ontbrandingen in een kooi geen brand op afstand kan veroorzaken. 1.3G. vuurwerk mag onder 1.4G met kooi dus ook conform de Wet Milieubeheer met vergunning in Nederland worden opgeslagen en uiteindelijk aan consumenten worden verkocht.
Hieronder staan 2 foto`s van een kooi/gaasverpakking. Met links een uitleg over de regels voor de constructie van een kooi/gaasverpakking.
Waarom is vuurwerk met kooi anders dan vuurwerk zonder kooi?
Vuurwerk met kooi is officieel zwaarder geclassificeerd volgens de defaultlijst. Dit vuurwerk bevat een zwaardere effectlading en burst waardoor het harder knalt en grotere effecten kan hebben. Waardoor dit vuurwerk vaker als mooier wordt beschouwt.
Importeurs gaan steeds vaker naar vuurwerk zonder kooi/gaasverpakking. Dit komt natuurlijk omdat deze kooi extra geld kost en er verschillende regels en wetgeving aan vast zitten. Ook controleert de inspectie dienst (IL&T) op deze verpakkingen en of dit vuurwerk juist in geclassificeerd. Helaas komt het vaker voor dat vuurwerk zwaarder is dan oorspronkelijk is geclassificeerd. Dit resulteert in boetes voor importeurs.
1.3G vuurwerk wat als 1.4G wordt opslagen en getransporteerd wordt ook gekeurd doormiddel van een zogenoemde C6 test oftewel bonfire test. Deze test bekijkt of het vuurwerk niet massa explosief reageert en of het niet verkeerd is geclassificeerd. Hieronder een bijlage van deze test. In deze test worden dozen (150 liter) geplaats en worden rondom aangestoken. Uit een rapportage van 2022 blijkt dat veel 1.4G. geclassificeerd vuurwerk reageert als 1.1G. Dus massa-explosief.
Bronnen: IL&T, Vuurwerkbesluit, TNO, RoyalFireworks
https://wetten.overheid.nl/BWBR0013360/2021-07-01